PIETER GAAT WEER VOOR GOUD
Drievoudig Olympisch zwemkampioen Pieter van den Hoogenband en Van der Valk Tijdschriftuitgever Cees Polman hebben veel gemeen. Ze wonen allebei in de stad Waalre nabij Eindhoven in de provincie Noord-Brabant.
Beiden geven leiding aan complexe organisaties. En de twee zijn al jaren vrienden: geestverwanten met een soortgelijke visie op succesvol ondernemerschap, hun rol binnen de families en wat hen als mens verenigt.
TEKST: WIM DE JONG
PHOTOGRAPHY: NOPOINT STUDIO'S
Cees: ‘Voor mij is het logisch dat ze jou opnieuw voor TeamNL hebben gevraagd. Denk jij daar zelf ook zo over?’
Pieter: ‘Nou, nee. Ik wilde in eerste instantie zelf niet. Met een zevende plaats in het medailleklassement hebben we het als TeamNL in Tokio uitzonderlijk goed gedaan. De chemie was ook waanzinnig. Maar mede door toedoen van corona duurde het wel even voordat we die successen konden boeken. Er raakten sporters met het virus besmet, en ook in andere opzichten hadden we aanvankelijk met nogal wat teleurstellingen te maken. Dat had nogal een impact op sociale media. Zo erg dat ook mijn kinderen op school op al die kwesties werden aangesproken. Vooral daarom heb ik me afgevraagd of ik deze baan ooit nog een tweede keer zou willen. Maar het beroep dat de Nederlandse sporters die nu in Parijs aantreden op me hebben gedaan, kon ik toch niet naast me neerleggen. Niet meer zeuren, heb ik op zeker moment tegen mezelf gezegd. We pakken de draad van Tokio gewoon weer op. En uiteraard gaan we ook ditmaal voor goud.’
Cees: ‘Wat zijn de belangrijkste lessen die jij als olympisch kampioen én als chef de mission naar Parijs meeneemt?’
Pieter: ‘O, dat zijn er een hoop. Een ervan is dat je niet in je eentje krampachtig een team moet willen smeden. Je kunt in mijn functie wél mee de randvoorwaarden helpen scheppen waarbinnen dat groepsgevoel ontstaat. Ik doe hetzelfde als vader van mijn vier kinderen. Net zoals jij binnen de Van der Valk-familie voor nieuwe generaties de mogelijkheden creëert om zich te ontwikkelen. Die instelling hebben wij gemeenschappelijk. Jij gooit in jouw onderneming óók de boel open door jongeren in hun kracht te zetten.’
Cees: ‘Hoe ga jij jouw rol binnen de Nederlandse equipe concreet invullen?’
Pieter: ‘Ik ben in TeamNL een verbinder, iemand in een dienende rol. De coaches, de prestatiemanagers die aan de afzonderlijke sportersdelegaties zijn verbonden, de voedingsdeskundigen en de creatieve mensen die het TeamNL Huis in Parijs runnen - dát zijn de experts die je als chef de mission om je heen verzamelt en met wie je samen aan de teamspirit, aan gedeelde waarden en successen bouwt.’
‘ 70 % VAN DE DEELNEMENDE SPORTERS MAAKT MAAR ÉÉN KEER DE OLYMPISCHE SPELEN MEE ’
Cees: ‘Jij bent als sportbestuurder best een vreemde eend in de bijt. Heel openhartig, iemand zonder dubbele agenda, en dus ook niet bezig met de status die jouw functie je verschaft. Kun jij je makkelijk staande houden in de sportwereld?’
Pieter: ‘Net als overal in de samenleving heb je ook onder sportbestuurders ijdeltuiten die zichzelf graag horen praten en gezien willen worden, zonder dat ze werkelijk iets meebrengen. Ik ben inderdaad soms nogal naïef en heb mijn hoofd dus ook weleens gestoten door daar niet al te diplomatiek mee om te gaan. Gelukkig weet ik me in Parijs gezegend met heel bekwame mensen. Collega-bestuurders die wéten wat er in een leidinggevende functie van ze verwacht wordt.’
Cees: ‘Als TeamNL gaan jullie vanzelfsprekend opnieuw voor de medailles, maar wat is nou voor jouzelf de grootste uitdaging?’
Pieter: ‘Zeventig procent van de deelnemende sporters maakt maar één keer de Olympische Spelen mee. Een gebeurtenis waar ze al jaren naar hebben uitgekeken en naartoe hebben gewerkt. Toch, op zo’n hoog niveau presteren, brengt ook een vorm van eenzaamheid met zich mee. Een gevoel dat ik als olympisch sporter zelf zeker ook ken. Door als een familieverband te gaan opereren, kun je als chef de mission die eenzaamheid uitbannen. We gaan gezamenlijk de strijd aan, en elke medaille zullen we uitgebreid vieren. Maar minstens zo belangrijk zijn de sfeer en de dynamiek in de groep als geheel. De totstandkoming van die mix, dat is voor mij persoonlijk de grote uitdaging. En de steun van het Oranjelegioen hebben we al. Ongelofelijk hoeveel energie we krijgen van de verwachte opkomst van Nederlandse supporters in Parijs. Alsof we er een thuiswedstrijd spelen!’